Je komt binnen in de supermarkt. Je zoekt 50 cent om in de kar te doen. Maar je hebt alleen groot geld. Wat vraag je aan de kassière?, Je wilt een fles ketchup pakken. Maar de fles staat te hoog. Er komt een lange man. Wat vraag je aan de man?, Je zoekt mayonaise, maar je kunt het niet vinden. Je ziet een medewerker. Wat vraag je?, Je staat in de rij voor de kassa. Dan gaat een man zo maar vóór je staan. Je bent een beetje boos. Wat zeg je?., Je loopt in de supermarkt. Voor je staan 2 vrouwen te praten. Hun karren staan in de weg. Je kunt er niet door. Wat zeg je?, Je staat bij de kassa. De vrouw achter de kassa vraagt: ‘Heeft u een bonuskaart?’ Wat zeg je?, Je staat bij de kassa. Je hebt maar 2 boodschappen. De vrouw vóór je heeft een hele kar vol boodschappen. Wat zeg je?, Je hebt een broek gekocht, maar hij is te klein. Je gaat terug naar de winkel. Wat zeg je?, Je loopt een kledingzaak binnen. De verkoopster vraagt: "Kan ik u helpen?" Wat zeg je?, Je ziet een mooie trui, maar hij is groen. Je wilt liever een andere kleur. Wat vraag je?, Je ziet een mooi colbert. Maar je weet niet of het de goede maat is. Wat zeg je?, Je hebt een mooi paar schoenen gepast, maar ze zijn te klein. Wat zeg je?, Op het raam van de winkel staat: "Uitverkoop - alles met 25% korting!" Je koopt een jurk, maar je krijgt geen korting. Wat doe je?, Je hebt een pak gekocht, maar het zit niet lekker. Je gaat terug om te ruilen. Wat zeg je?, Je vriendin past twee blouses. De eerste blouse was mooi. Nu laat ze de tweede blouse zien. Ze vraagt aan jou: ‘Hoe staat deze blouse mij?’ Je vindt het niet mooi., Je komt in de supermarkt. Er zijn geen mandjes of winkelkarren meer. Wat vraag je?, Spaar jij zegeltjes? Waarvoor spaar jij?, Koop jij weleens online kleding. Wat vind je daarvan? En gaat het altijd goed?, Sommige bedrijven, zoals Hello Fresh, verkopen maaltijdpakketten. Je krijgt dan recepten en ingrediënten voor een week in huis. Wat vind je daarvan?, Je bent oud en je kan niet meer zelf boodschappen doen. Wat zou jij doen?, Je bent in de Primark. Je hebt een leuke broek gevonden en je wilt de broek passen. Maar bij de paskamers staat een rij van zeker 30 mensen. Wat doe je?, Je hebt online leuke schoenen gezien. Je wilt de schoenen bestellen, maar je weet niet zeker of de maat goed is. Wat doe je?, Je hebt een leuke broek gezien, maar de pijpen zijn te lang. De winkel kan de broek niet korter maken. Wat doe je?, Je hebt een recept gezien in de folder van de Albert Hein. Je wilt het recept maken, maar de Albert Hein heeft niet alle ingrediënten. Wat doe je?, Je wilt een lekker gerecht maken. Je moet daarvoor naar 7 verschillende winkels. Wat doe je?, De Bijenkorf heeft uitverkoop en verkoopt alles voor € 2,-. Het is ontzettend druk in de winkel en mensen maken ruzie met elkaar. Jij wilt eigenlijk ook naar de Bijenkorf. Wat doe je?, De nieuwste iPhone wordt morgen voor het eerst verkocht. De mensen slapen in de rij voor de winkel om de nieuwe iPhone te kopen.. Wat vind je daarvan?, Je wilt een telefoon kopen. Wat koop je: het nieuwste model voor veel geld of een ouder model voor minder geld? Waarom?.

In de winkel - spreken

Tauler de classificació

Cartes aleatòries és una plantilla de final obert. No genera puntuacions per a una taula de classificació.

Estil visual

Opcions

Canvia de fonament

Restaurar desada automàtica: ?