Wij nemen wijn. - Tomamos vino., Ik wacht op de buurvrouw.  - Espero a la vecina. , Ons huis ligt in de bergen. - Nuestra casa está en las montañas. , Wij hebben een probleem.  - Tenemos un problema. , Het apparaat is stuk. - El aparato está roto. , Ik heb hulp nodig. - Necesito ayuda. ,

Rangliste

Visuel stil

Indstillinger

Skift skabelon

Gendan automatisk gemt: ?