de boord - de kraag, de poort - ingang, toegang, voorrang - wie eerst mag, voorzichtig - goed opletten, de conducteur - iemand die in de trein/bus de kaartjesd controleert, de coureur - iemand die in sportauto's racet, de directeur - de baas van een bedrijf, de kleur, de inspecteur - iemand die bedrijven controleert of ze het goed doen; ook: politieagent, de monteur - iemand die dingen repareert, de regisseur - iemand die een toneelstuk of film maakt ,

Spelling 6-9 (groep 6)

Edetabel

Visuaalne stiil

Valikud

Vaheta malli

Kas taastada automaatselt salvestatud ?