januari, februari, .... - maart, april, mei, ... - juni, juli, augustus, ... - september, oktober, november, ... - december, seizoenen: in maart begint ... - de lente, seizoenen: in december begint ... - de winter, seizoenen: in juni begint ... - de zomer, seizoenen: in september begint ... - de herfst, In welk seizoen ben jij geboren? - ..., In welk seizoen ben jij jarig? - ..., Wat is je geboortedatum? - ..., In welke maand ben jij jarig? - ..., In welke maand ben jij geboren? - ..., In welk seizoen zie je dit? - in de lente, In welk seizoen zie je dit? - in de herfst, In welk seizoen zie je dit? - in de winter, In welk seizoen zie je dit? - in de zomer, Welk seizoen is het nu? - ...., Wat is de datum van vandaag? - ..., Op welke datum heeft Kim een afspraak bij de tandarts? - op 7 oktober, Wanneer heeft Daan een afspraak bij de dokter? - op 11 september om 3 uur,
0%
Alfa B - maanden en seizoenen
Jaga
looja
Saskiadaanje
Volwassenen
NT2
Woordenschat
Alfa
Redigeeri sisu
Manusta
Veel
Edetabel
Õpikaardid
on avatud mall. Sellega ei saa edetabeli punkte.
Sisselogimine on nõutud
Visuaalne stiil
Fondid
Sisselogimine on nõutud
Valikud
Vaheta malli
Näita kõike
Tegevust mängides kuvatakse rohkem vorminguid.
Avatud tulemused
Kopeeri link
QR-kood
Kustuta
Kas taastada automaatselt salvestatud
?