goed: Ik kwam vroeger nooit te laat op school, Als kind maakte ik elke dag een tekening, Had jij vroeger een huisdier?, Ik wilde met hem praten maar hij zei niets, Hoe laat vertrok je vlucht naar Madrid?, Vroeger gingen we altijd zwemmen op vrijdag, Vroeger las ik vaak de krant, Was jij gistermiddag in de Lidl?, niet goed: Vroeger lazen ik veel boeken, Gisteren aaten we in mijn favoriete restaurant, De docent zeide 'hallo' tegen de cursisten, We liepten gisteren veel., De trein vertrekte om 10 uur, War jij vroeger sportief?, Hij makt een taart voor zijn vader,

Imperfectum In Zicht H1

Classement

Style visuel

Options

Changer de modèle

Restauration auto-sauvegardé :  ?