-d: zeggen, luisteren, antwoorden, bellen, horen, kunnen, leggen, wandelen, trouwen, slagen, -t: werken, praten, dansen, fietsen, koken, wachten, zakken, passen, roken, douchen,

Perfectum: -d of -t?

Classement

Style visuel

Options

Changer de modèle

Restauration auto-sauvegardé :  ?