Correct: ik wil, je wilt, jij wilt, wil je?, u wilt, hij wil, zij wil, wij willen, jullie willen, ze willen, zij willen, ze wil, ik zal, je zult, jij zal, u zult, zul je?, hij zal, zij zal, ze zal, we zullen, jullie zullen, ze zullen, wij zullen, Incorrect: ik wilt, ik willen, jij wil, je willen, hij wilt, ze wilt, zij wilt, wij wil, hij willen, wij wilt, jullie wilt, jij willen, ik zult, je zul, hij zult, ze zult, u zullen, wij zult, jullie zallen, je zalt, we zal, ze zalt, we zult, hij zullen,

Willen en zullen presens

par
Incorporer

Classement

Style visuel

Options

Changer de modèle

Restauration auto-sauvegardé :  ?