1) We genieten ..... de zon. a) van b) voor c) op 2) We zijn trots ..... onze kinderen. a) van b) aan c) op 3) Ik ben verantwoordelijk ..... de projectplanning. a) aan b) voor c) op 4) Die mensen zijn tevreden ..... hun baan. a) naar b) tot c) over 5) Mijn ouders houden niet ..... dieren. a) van b) aan c) voor 6) Hoe bereid jij je ..... de lessen Nederlands voor? a) naar b) aan c) op 7) De film heeft veel indruk ..... me gemaakt. a) met b) op c) voor 8) Ik heb ..... de lol een cursus Chinees gevolgd. a) met b) in c) voor 9) We liepen ..... allerlei onverwachte problemen aan. a) met b) tegen c) over 10) We zijn heel blij ..... hoe alles nu gaat. a) met b) op c) van

દ્વારા

લીડરબોર્ડ

દૃશ્યમાન શૈલી

વિકલ્પો

ટેમ્પલેટ બદલો

આપોઆપ સંગ્રહ થયેલ છે: ?