Ik zie het wel zitten. - Ik wil het wel doen., Ik zie hem wel zitten. - Ik vind hem wel leuk., Wat zit je te doen? - Wat doe je op het moment?, Hoe zit het met de kosten? - Hoeveel kost het? Wie betaalt het?, Ik zit er niet mee. - Ik vind het geen probleem., Ze is blijven zitten. - Ze heeft het schooljaar over moeten doen., Het zit erop voor vandaag - Het is klaar voor vandaag., Het zit me niet lekker. - Ik heb er een ontevreden gevoel over., Hij zit in de put. - Hij is heel somber, depressief, Zij zit altijd heel snel op de kast. - Zij is altijd heel snel beledigd., Laat de rest maar zitten. - Het is goed zo, de rest mag je houden., Je moet eruit halen wat erin zit. - Je moet alles doen wat je kunt,

puntjes op de i, 24 -uitdrukkingen met 'zitten'.

Top-lista

Tema

Postavke

Promijeni predložak

Vrati automatski spremljeno: ?