1) Ik wil graag een afspraak maken.  a) Sorry, ik kan niet.  b) Nee, dat is niet goed. c) Dat kan. Wanneer kunt u? 2) Ik ga koffiedrinken. Ga je mee? a) Sorry, ik kan niet.  b) Nee, dat is niet goed. c) Kan het vroeger? 3) Ik ga koffiedrinken. Ga je mee? a) Ja, leuk.   b) Zullen we koffiedrinken? c) Ik wil graag een afspraak. 4) Kunt u op dinsdag om 10 uur? a) Ga je mee? b) Dat is goed. c) Ja, ik wil. 5) Ik kan niet op dinsdag om 10 uur.  a) Kan het op een andere dag? b) Sorry, ik ben moe. c) Dat is goed. 6) Ik kan niet op dinsdag om 10 uur.  a) Nee, dat kan niet. b) Dat is niet mooi. c) Kan u om 11 uur? 7) Welke zin is goed? a) Zullen we gaan wandelen? b) We zullen wandelen gaan? c) Zullen gaan wandelen? 8) Welke zin is goed? a) Ik afspraak maken. b) Wil ik afspraak. c) Ik wil graag een afspraak maken. 9) Welke zin is NIET goed? a) Ga je mee? b) Ik fietsen ga. c) Ik wil graag een afspraak. 10) Welke zin is NIET goed? a) Een andere keer misschien. b) Zullen we gaan fietsen? c) Ik wil afspraak. 11) Welke zin is goed? a) Sorry, ik moe. b) Sorry, ik ben moe. c) Sorry, moe 12) Welke zin is goed? a) Een andere keer misschien b) Ander keer misschien c) Ander misschien 13) Welke zin is goed? a) Ik nee kan b) Ik niet kan c) Ik kan niet 14) Ik geef een feest. Kom je ook? a) Ik wil graag een afspraak maken. b) Kan je donderdag om 5 uur? c) Ja graag. Wat leuk! 15) Ik geef een feest. Kom je ook? a) Sorry, ik kan niet. Ik moet werken. b) Zullen we een afspraak maken? c) Kan het ook vroeger?

Papan Peringkat

Gaya visual

Pilihan

Berganti templat

Pulihkan simpan otomatis: ?