1) braden, koken a) de pan b) het tosti-ijzer c) de (citrus-)pers; de sapcentrifuge d) de vijzel 2) bakken a) de waterkoker b) de lepel, de spatel c) de vijzel d) de oven 3) snijden a) de stamper b) de staafmixer c) de pan d) het mes 4) roeren a) de lepel, de spatel b) de vork c) de keukenmachine d) de pan 5) schillen a) de dunschiller b) de lepel, de spatel c) het tosti-ijzer d) de blikopener 6) prikken a) de afwasborstel b) de vork c) de staafmixer d) de keukenmachine 7) stampen a) de stamper b) de oven c) de waterkoker d) de blikopener 8) openen a) het mes b) de blikopener c) de lepel, de spatel d) het koffiezetapparaat 9) mixen, hakken, kneden a) het vergiet b) de dunschiller c) de waterkoker d) de keukenmachine 10) pureren a) de stamper b) het tosti-ijzer c) het vaatdoekje d) de staafmixer 11) water koken a) de waterkoker b) de stamper c) het mes d) het broodrooster 12) persen a) de (citrus-)pers; de sapcentrifuge b) het vergiet c) de lepel, de spatel d) de vaatwasmachine 13) koffie zetten a) het koffiezetapparaat b) de stamper c) de keukenmachine d) de oven 14) afwassen; inruimen en uitruimen a) de vaatwasmachine b) de afwasborstel c) de (citrus-)pers; de sapcentrifuge d) de vijzel 15) brood roosteren a) het koffiezetapparaat b) het mes c) het broodrooster d) de (citrus-)pers; de sapcentrifuge 16) tosti's maken a) de waterkoker b) het koffiezetapparaat c) het mes d) het tosti-ijzer 17) fijn malen a) de vijzel b) de lepel, de spatel c) de vaatwasmachine d) het tosti-ijzer 18) water afgieten a) de waterkoker b) het tosti-ijzer c) de keukenmachine d) het vergiet 19) schoonmaken a) het vergiet b) de afwasborstel c) de waterkoker d) het vaatdoekje 20) afwassen a) de staafmixer b) de afwasborstel c) de blikopener d) het vaatdoekje

In Zicht Hoofdstuk 2 - in de keuken

リーダーボード

表示スタイル

オプション

テンプレートを切り替える

自動保存: を復元しますか?