Goed: Mag ik u iets vragen?, Mogen wij thuis spelen?, De melk staat op de tafel., Zij moet op haar werk zijn., Ik kan goed zwemmen., Ik moet op school zijn., Ik ga naar de kassa om te betalen., Als ik moe ben, slaap ik., Fout: Ik bent in de supermarkt., Hij wilt een boek lezen., Wil u melk drinken?, Jij magt buiten spelen., De melk stat op de tafel., Hij moet op het werk is., Ik ziet een mooie fiets., Ik ben blij als ik Nederlands leren.,

Werkwoorden vervoegen

さんの投稿です
もっと見る

リーダーボード

表示スタイル

オプション

テンプレートを切り替える

自動保存: を復元しますか?