Boodschappen, De boodschappen, De supermarkt, Het winkelwagentje , Het mandje, De kassa, Betalen, Het geld, De bankpas, Pinnen, De plastik tas, De bon, Ik wil graag pinnen: Dat is prima meneer , Wilt u de bon?, Wilt u een plastic tas?, De familie doet boodschappen, De boodschappen zitten in de tas, De vrouw heeft een mandje, De man duwt het winkelwagentje.

Grocery shopping Dutch

만든이

순위표

비주얼 스타일

옵션

템플릿 전환하기

자동 저장된 게임을 복구할까요?