dus ik moet boodschappen doen. - Ik heb geen eten in huis, , en ik pak een boodschappentas, - Ik schrijf een boodschappenlijstje, , of zal ik naar de supermarkt gaan? - Zal ik naar de markt gaan, , want het is zaterdag. - Het is erg druk in de supermarkt, , want de auto is kapot. - Ik ga op de fiets naar de markt, , maar ik heb wel twee zussen. - Ik heb geen broer, , en de jongste zus woont in Amerika. - De oudste zus woont in Nederland, , dus ik zie haar niet vaak. - Mijn jongste zus woont in Amerika, , want zij woont in Nederland. - Mijn oudste zus zie ik wel vaak, , of ik ga volgend jaar naar Amerika. - Ik ga dit jaar naar Amerika, ,

Maar, en, of, want, dus - 2

순위표

비주얼 스타일

옵션

템플릿 전환하기

자동 저장된 게임을 복구할까요?