begint - Hoe laat .................. de wedstrijd?, blij - John is ................. met zijn nieuwe baan., ouders - Komen je .................. uit Nederland? Nee, ze komen uit India., gezellig - Het feestje was heel ......................, kwartier - Ik ben over een .................. bij jou., jammer - Wat ................... dat je niet kunt komen., tevreden - Ben je .................. over de cursus?, druk - Ik kan niet komen, ik ben zo ............. met mijn werk., vroeg - Morgen moet ik ................ opstaan, om 6 uur., lawaai - Ik kan niets horen door het ............... buiten.,

Link A0-A2 thema 3 taak 3

순위표

비주얼 스타일

옵션

템플릿 전환하기

자동 저장된 게임을 복구할까요?