uitkijken naar (Ik kijk uit naar je bezoek.) - to look forward to, opzien tegen (Ik zie op tegen het examen.) - to not look forward to, to dread, de gedachte(-n, -s) - thought(s), klasgenoot / -genote - classmate, nogal, behoorlijk, ietwat, relatief - somewhat, zowel ... als ... - ... as well as ... / both ... and ..., omgaan met - to manage something, de verwachting(en) - expectation(s), het geduld - patience, de houding(en) - attitude(s), de gelukzaligheid - serenity, dwingen - dwong - gedwongen - to force, de dienst - service, opslaan - to save, rolstoel - wheelchair, de toegang - access (to the internet), de ingang - physical access, het gedicht - poem, de rijm, het ritme - rhyme, rhythm, boompje, huisje, beestje - white-picket fence,

Līderu saraksts

Vizuālais stils

Iespējas

Pārslēgt veidni

Atjaunot automātiski saglabāto: ?