1) ik a) slaap b) slaapt c) slapen 2) jij a) slaap b) slaapt c) slapen 3) hij a) slaap b) slaapt c) slapen 4) zij a) slaap b) slaapt c) slapen 5) ik a) lees b) leest c) lezen 6) jij a) lees b) leest c) lezen 7) hij a) lees b) leest c) lezen 8) zij a) lees b) leest c) lezen 9) ik a) drink b) drinkt c) drinken 10) jij a) drink b) drinkt c) drinken 11) zij a) drink b) drinkt c) drinken 12) hij a) drink b) drinkt c) drinken 13) ik a) eet b) eten 14) jij a) eet b) eten 15) hij a) eet b) eten 16) zij a) eet b) eten 17) ik a) schrijf b) schrijft c) schrijven 18) jij a) schrijf b) schrijft c) schrijven 19) hij a) schrijf b) schrijft c) schrijven 20) zij a) schrijf b) schrijft c) schrijven 21) ik a) teken b) tekent c) tekenen 22) jij a) teken b) tekent c) tekenen 23) hij a) teken b) tekent c) tekenen 24) zij a) teken b) tekent c) tekenen

NT2 Start Werkwoorden les 2

Līderu saraksts

Vizuālais stils

Iespējas

Pārslēgt veidni

Atjaunot automātiski saglabāto: ?