Zeeland en de watersnoodramp (1953) Zeeland is een provincie in het zuidwesten van Nederland. Het ligt tegen de ____ met België. De hoofdstad van Zeeland is Middelburg. Zeeland bestaat uit ____. Grote delen van Zeeland liggen lager dan de zee. Alleen de duinen liggen hoger dan de zee. Zeeland moet worden beschermd ____ het water. Dat doen de ____. Dijken houden de zee tegen en moeten Zeeland beschermen. Op 31 januari 1953 stormde het. Het stormde wel vaker maar op deze dag was het heel erg. Ook stond het water hoog. Het was ____. Het water sloeg tegen de dijken. De dijken waren niet sterk genoeg. In de nacht ____ zij. De polders stroomden vol met water. Mensen probeerden elkaar te helpen. Maar voor veel mensen kwam ____ te laat. Meer dan 1800 mensen verdronken en gingen dood. Veel huizen werden ____. En hele dorpen werden verwoest. Na enkele dagen kwam de hulp op ____. De regering van Nederland stuurde hulp. Ook uit het buitenland kwam hulp. België, Amerika, Engeland en Frankrijk ____ vliegtuigen met eten. De jaren na 1953 De ramp in 1953 was enorm. Veel mensen waren verdronken. Het land was voor lange tijd ____. De regering begreep dat Zeeland veel beter moest worden beschermd. De regering kwam met een ____: Het Deltaplan. In Zeeland moesten dammen worden gebouwd. Een dam is een dijk die het water ____. Het bouwen van de dammen begon in 1954. En het laatste bouwwerk was ____ in 1997. Het bouwen van dammen kostte Nederland veel geld. Maar Zeeland is nu beschermd ____ het water van de zee. De kans op een grote ____ is nu veel kleiner dan het was in 1953.

397. Geschiedenis 45: De watersnoodramp

Līderu saraksts

Vizuālais stils

Iespējas

Pārslēgt veidni

Atjaunot automātiski saglabāto: ?