IEDERE: ......... bus heeft een stuur. , ......... man moet zich scheren,, ......... stoel heeft vier poten, ......... deur heeft een kruk., ......... auto heeft vier wielen. , ......... jongen heeft een broek aan., IEDER: ......... kind gaat naar school., ......... raam kan open., ......... huis heeft een deur., .......... oog kan open en dicht., ......... boek heeft letters., ......... meisje heeft lang haar. ,

autors:

Līderu saraksts

Vizuālais stils

Iespējas

Pārslēgt veidni

Atjaunot automātiski saglabāto: ?