1) verlieren a) verliert b) geverlieren c) verloren d) geverloren 2) stare trovarsi a) standen b) gestehen c) gestanden d) gestandt 3) vedere a) gestehen b) geseht c) gesehen d) gesahen 4) sein a) geseien b) geseit c) gewesten d) gewesen 5) chiamare a) geruffen b) gerufen c) geruften d) geriften 6) haben a) gehabet b) gehaben c) gehabt d) gehat 7) (a piedi) a) gegehen b) gegahen c) gegehet d) gegangen 8) restare rimanere a) bleibet b) bliebet c) geblieben d) gebleibet 9) (non separabilie) a) begannen b) begennen c) begonnen d) beginnet 10) separabile a) angefangt b) angefangen c) geanfangt d) geanfangen 11) (on) a) angemachen b) angemacht c) geanmachen d) geanmacht 12) zurűckkommen a) gezurűckkommen b) zurűckgekommet c) zurűckgekommt d) zurűckgekommen

GERMAN irregular verbs, past participle

autors:
Iegult

Līderu saraksts

Vizuālais stils

Iespējas

Pārslēgt veidni

Atjaunot automātiski saglabāto: ?