Zij is klein, maar heel sterk., Hij wil fietsen, maar zijn band is lek., We gingen op tijd weg, maar we kwamen te laat., Ik houd van aardbeienijs, maar niet van vanille-ijs., De hond is oud, maar nog heel fit., Dit boek hier is dik, maar dat boek daar is dun., Ik heb honger, maar het eten is nog niet klaar., Ze lacht veel, maar vandaag niet., De doos is zwaar, maar ik kan hem dragen., De zon schijnt, maar het is wel koud., Ik wil helpen, maar ik heb geen tijd., Het konijn is snel, maar de schildpad is langzaam., We wilden winnen, maar dat lukte niet., De film is spannend, maar ook grappig., Ik luister goed, maar ik snap het niet..

1. zinnen met het koppelwoord „maar”

Scorebord

Kaarten delen is een open template. Het genereert geen scores voor een scoreboard.

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?