heel sterk. - Zij is klein, maar ..., zijn band is lek. - Hij wil fietsen, maar ..., we kwamen te laat. - We gingen op tijd weg, maar ..., niet van vanille-ijs. - Ik houd van aardbeienijs, maar ..., nog heel fit. - De hond is oud, maar ..., dat boek daar is dun. - Dit boek hier is dik, maar ..., het eten is nog niet klaar. - Ik heb honger, maar ..., vandaag niet. - Ze lacht veel, maar ..., ik kan hem dragen. - De doos is zwaar, maar ..., het is wel koud. - De zon schijnt, maar ..., ik heb geen tijd. - Ik wil helpen, maar ..., de schildpad is langzaam. - Het konijn is snel, maar ..., dat lukte niet. - We wilden winnen, maar ..., ook grappig. - De film is spannend, maar ..., ik snap het niet. - Ik luister goed, maar ...,
0%
2. zinnen met het koppelwoord „maar”
Delen
Delen
Delen
door
Maris68
Nederlands
NT2
A2
B1
Koppelwoorden
Inhoud Bewerken
Afdrukken
Embedden
Meer
Toewijzingen
Scorebord
Meer weergeven
Minder weergeven
Dit scoreboard is momenteel privé. Klik op
Delen
om het publiek te maken.
Dit scoreboard is uitgeschakeld door de eigenaar.
Dit scoreboard is uitgeschakeld omdat uw opties anders zijn dan die van de eigenaar.
Opties Herstellen
Kies het antwoord
is een open template. Het genereert geen scores voor een scoreboard.
Inloggen vereist
Visuele stijl
Lettertypen
Abonnement vereist
Opties
Template wisselen
Alles weergeven
Er zullen meer templates verschijnen terwijl je de activiteit gebruikt.
Open resultaten
Kopieer link
QR-code
Verwijderen
Automatisch opgeslagen activiteit "
" herstellen?