Mama ____ dat ik meer moet oefenen. Evi ____ haar hand. De juf ____ de jongens te voetballen. De professor ____ met zijn hoofd. Opa ____ graag rond met zijn motor. Ik ____ steeds op de vraag. De pakjesdienst ____ mijn pakje naar oma. De meesters ____ dat ze zullen winnen. De koks ____ een heerlijke maaltijd. ____ de monnik mijn brief?

T5L5 Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Scorebord

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?