1) de carnavalskraker 2) zich vermommen 3) het volksfeest 4) ingetogen 5) uitbundig 6) beduusd 7) de traditie 8) doordringend 9) troebel 10) uit de kluiten gewassen 11) uit je bol gaan 12) zo zout heb ik het nog nooit gegeten 13) Mijn broer Peter zwijgt over .... ouders.  14) Samen gaan ze graag uit .... bol. 15) Wij gaan naar ... huis. 16) Maria vertelt over .... kat.  17) Wij kopen brokjes voor ….. hond.  18) Vertel hoe je een hoofdzin herkent. 19) Vertel hoe je een bijzin herkent. 20) Hij loopt naar de viskraam waar ze verse vis verkopen.  21) Omdat ik veel vis heb gevangen bof je vandaag. 22) Haring wordt ingemaakt zodat je hem een tijd kunt bewaren.  23) de bevalling 24) de vroedvrouw 25) de kraamvrouw 26) de navelstreng 27) afkeurend 28) goedkeurend 29) voordien 30) gebruikelijk 31) de bijdrage 32) de methode 33) ingrijpen  34) in de kinderschoenen staan  35)  Hugo koopt een dik boek. 36) Rowan geeft een cadeau. 37) De pasgeborene krijgt een luier. 38) Hij vertelt haar het goede nieuws. 39) bagage 40) maillot 41) de sprinkhaan 42) de termiet 43) likkebaarden 44) kokhalzen 45) afhankelijk van  46) voedzaam 47) aanprijzen 48) het alternatief 49) behoefte hebben aan 50) de bouillon 51) in totaal 52) het water loopt me in de mond 53) tegenspartelen 54) halfpipe 55) zich generen

Scorebord

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?