Man ziet een aap., Aap zit op de man., Man zit op het dak., Man maakt het dak., Poes ziet de maan., Poes zit op het dak., Aap met een pet., Aap eet een banaan., Ik zie een stier., Ik zie een kar., Kip in de tuin., Haan in het hok., Een muis in huis., Poes pak de muis!, Het huis van oom., De tuin van oom., Paul kookt pap., Poes eet de pap., Het raam is dicht., Ik zie een ster., Dit is een aap., Aap op de fiets., De man is moe., De vrouw slaapt, Zij leest een boek., Zij zit voor het raam., Jan leest een boek., Ik zie een beer., Beer in de wei., Dit is een klok., Het is drie uur., Dit is een sok., De rok is blauw., De broek is groen., De vrouw draagt een jas., De man draagt een trui., De schoenen zijn bruin., De laarzen zijn geel., De jongen draagt een muts., De kleren in de kast.,

3. zinnen maken A1+: deze les komt van begrijpend lezen Start lezen A0 naar A1+ op 123plusnl.nl

Scorebord

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?