De lucht is ____. Ik zie een ____ lucht. De zon is ____. We zien een ____ zon. De straat is ____. Een grote ____ straat. Deze kleur verandert niet met schrijven, maar wel in de uitspraak. Een roze ____. De fietsen zijn ____. De ster is ____. Hij ziet een ____ ster. De schoenen zijn ____. Dit zijn ____ schoenen. De broek is ____. Dit is een ____ broek. De vierkant is ____ Dat is een ____ vierkant Deze kleur verandert niet met schrijven, maar ook niet in de uitspraak. De ____ is oranje. Dat is een ____ auto. De jas is ____. Het is een ____ jas. De jurk is ____. Dit is een ____ jurk.

6. Kleuren in een zin: wat is juist?

Scorebord

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?