____ is heel veel werk. Ik moet eerst ____. Ik huur een ____. ____, doe ik in het nieuwe huis. De ____ zijn ingepakt. Voordat we ____ zetten we de spullen in de verhuiswagen. We gaan naar het nieuwe ____. De ____ zitten in mijn broekzak. Heb jij het ____ bij je? Wat moet er in de ____? Ik stop onze warme ____ erin. En zijn t- ____. Onze lange en korte ____. O, ja en mijn mooie lange ____ moet ook mee. Wat doe ____ in deze koffer? Het ____ voor onder onze kleding. En de ____ voor onder mijn rok. Ook de ____ voor de warme voeten gaan de koffer in. Heb ik nu alle ____ ingepakt? Heb ik ze niet ____? Ik ben wat ____ in te pakken. Zijn ____ ben ik vergeten. En mijn roze lange ____. Ook ben ik onze warme ____ vergeten. Ik moet de keukenspullen ____. In welke ____ zit het? Ik zie het al, er staat op de doos ____ Ik zet de doos in de ____ Nu kan ik het uitpakken en in de ____ doen. De ____ gaat in de kast onder het keukenblad. De borden zet ik in de kast boven het ____. De glazen en de bekers zet ik in de kast bij de ____. En de ____ met suiker, koffie en de thee doe ik in het kastje boven het koffiezetapparaat. De kookplaat zet, ik op de ____. Wat ligt er in de la naast het ____? Om het eten op de scheppen leg ik de ____ in de la naast het fornuis. De ____ voor de pannen leg ik ook in de la van het fornuis. De ____ voor de jus en de saus stop ik er ook in. En niet te vergeten de ____ om het gas aan te steken. Het ____ doe ik in de la bij het raam. Kijk je uit met die ____, want hij is scherp. De ____ heeft 4 tanden waar je mee in het eten prikt. Met een ____ eet je de soep of de vla. Met de ____ roer je in de thee of de koffie. In deze doos zitten de ____. De scheerspullen zet ik in ____ bij de wastafel. De ____ en de tandpasta in een beker. En de ____ leg ik op de plank onder de spiegel. De shampoo en de douchegel zet ik op een ____ bij de douche. Het ____ ligt al op het bed in de slaapkamer. Ik leg een ____ over het matras. Ik doe een kussensloop om het ____ en leg het op bed. Ik doe het ____ in een hoes en leg het op ons bed. Zo nu is het ____ opgemaakt. Waar is die andere kussen? Peter gaat de ____ wassen. Hij pakt een ____ met water. Hij doet er ____ en een spons in. Hij neemt ook een trekker en een ____ mee. Strak zijn de ramen weer ____.
0%
5. In huis / verhuizen
Delen
Delen
Delen
door
Maris68
Volwassenen
A1
Nederlands
NT2
A2
B1
Lezen
Inhoud Bewerken
Afdrukken
Embedden
Meer
Toewijzingen
Scorebord
Meer weergeven
Minder weergeven
Dit scoreboard is momenteel privé. Klik op
Delen
om het publiek te maken.
Dit scoreboard is uitgeschakeld door de eigenaar.
Dit scoreboard is uitgeschakeld omdat uw opties anders zijn dan die van de eigenaar.
Opties Herstellen
Maak de zin af
is een open template. Het genereert geen scores voor een scoreboard.
Inloggen vereist
Visuele stijl
Lettertypen
Abonnement vereist
Opties
Template wisselen
Alles weergeven
Er zullen meer templates verschijnen terwijl je de activiteit gebruikt.
Open resultaten
Kopieer link
QR-code
Verwijderen
Automatisch opgeslagen activiteit "
" herstellen?