Piet gaat ____ met zijn nieuwe buren. Hallo buurman en ____ Ik ben Piet. Uw nieuwe buurman. We zijn hier net komen wonen. Mijn ____ en ik nodigen u uit om morgenavond een kopje koffie of thee te komen drinken. Welkom in het buurthuis 123 plus. Hier kunt u nieuwe mensen ____. U bent welkom in ons inloop café waar u iedere ochtend iets kunt drinken. En een praatje kunt maken met andere ____. We hebben nog meer ____ zoals Wandelen, fietsen en iedere vrijdagavond bingo. Ela gaat elke donderdagavond naar karateles. Hier heeft ze ook haar ____ opgebouwd. Ze spreekt vaak af om iets leuks te doen met haar ____. Dit weekend gaat ze met een paar vrienden en ____ naar Artis. Ik heb nieuw werk gevonden. Ik vind het best spannend. Ik ga mijn nieuw collega's ____. Mijn ____ en ik werken samen aan hetzelfde bureau. Hij is heel vriendelijk tegen mij. Elkaar voorstellen 1 Goedemorgen mijn ____ is Peter Bruins. Hoe heet je? ​Nicole: Mijn naam is Nicole van Zante Hallo Peter, hoe is het met jou? Peter: Het gaat goed met mij. Hoe is het met jou?​ Nicole: Met mij ____ het ook goed. Peter: Mag ik vragen, hoe oud je bent?​ Nicole: Ja hoor dat mag wel. Ik ben 32 jaar. En hoe ____ ben jij?​ Peter: Ik ben pas 38 geworden. Wat voor werk doe je?​ Nicole: Ik ben lerares op een basisschool. Wat voor werk doe jij Peter?​ Peter: Ik ben een politieagent in een grote stad. Elkaar voorstellen 2 Nicole: Peter, heb je een hobby?​ Peter: Ja, ik heb een hobby, ik voetbal graag. Wat voor hobby's heb jij?​ Nicole: Ik zwem en brei graag. Ben je getrouwd peter?​ Peter: Ja, ik ben getrouwd met mijn vrouw Petra. Ben jij getrouwd?​ Nicole: Nee, ik ben niet getrouwd. Ik woon samen met mijn vriend Henk. Heb jij en je vrouw kinderen? Peter: Ja, die hebben we, één jongen en één meisje. Hebben jullie samen kinderen? Nicole: Nee mijn vriend en ik hebben geen kinderen. Sorry, ik moet gaan. Het was prettig ____ te maken met je. Peter: Ik vond het ook ____ om kennis te maken met jou. Tot ziens Nicole.​ Nicole: Daag, Peter. Naar de brugklas De vakantie is voorbij. Helaas ook weer voor mij. Ik moet weer vroeg opstaan. Ach ja, daar wen je zo aan. Ik ga naar de brugklas, met een zware boekentas. Veel verschillen allemaal. Elk uur een ander lokaal. Waar is ____ 202? Ik loop met mijn ____ mee. Elk uur een andere ____. Dat was ik niet gewend.

4. De vrienden

Afdrukken
Embedden

Scorebord

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?