Społeczność

Woordenschat

Przykłady z naszej społeczności

Liczba wyników dla zapytania „woordenschat”: 2 022

Boodschappen - wat zeg je?
Boodschappen - wat zeg je? Test
Kleding 1
Kleding 1 Test
Hangen, leggen, zetten doen vs hangen, liggen, zitten, staan
Hangen, leggen, zetten doen vs hangen, liggen, zitten, staan Dokończ zdanie
In de winkel - spreken
In de winkel - spreken Losowe karty
Kennismaken
Kennismaken Dokończ zdanie
Groenten en fruit
Groenten en fruit Znajdź parę
In zicht - Hoofdstuk 1A
In zicht - Hoofdstuk 1A Test
In Zicht Hoofdstuk 2 - in de keuken
In Zicht Hoofdstuk 2 - in de keuken Test
Kennismaken 2D
Kennismaken 2D Znajdź parę
Spreken - Alle grammatica - 1 (B2)
Spreken - Alle grammatica - 1 (B2) Losowe karty
In zicht - H1B
In zicht - H1B Znajdź parę
Nederlands in Gang H11 - woordenschat
Nederlands in Gang H11 - woordenschat Znajdź parę
Uiterlijk - 1 (Taaltalent 1, H3)
Uiterlijk - 1 (Taaltalent 1, H3) Znajdź parę
In zicht H2 - oef 2
In zicht H2 - oef 2 Test
De dagen van de week A1
De dagen van de week A1 Dokończ zdanie
Uiterlijk - 1 (Taaltalent 1, H3)
Uiterlijk - 1 (Taaltalent 1, H3) Odwracanie kart
Woordenschat
Woordenschat Znajdź parę
autor:
Het lichaam
Het lichaam Memory
Groenten 1 NT2
Groenten 1 NT2 Połącz w pary
woordenschat Julja
woordenschat Julja Krzyżówka
Het lichaam
Het lichaam Test
De Opmaat - woorden Thema 1 en 2
De Opmaat - woorden Thema 1 en 2 Dokończ zdanie
Alfa B - maanden en seizoenen
Alfa B - maanden en seizoenen Fiszki
Bij de dokter -1
Bij de dokter -1 Dokończ zdanie
Het lichaam
Het lichaam Znajdź parę
De Opmaat Thema 1, oefening 21
De Opmaat Thema 1, oefening 21 Połącz w pary
In de winkel - 2
In de winkel - 2 Znajdź parę
Kleuren
Kleuren Znajdź parę
Alfa A - 28 kleding
Alfa A - 28 kleding Test
Vraagwoorden 4
Vraagwoorden 4 Dokończ zdanie
Alfa A - kleuren 2
Alfa A - kleuren 2 Połącz w pary
Alfa A - Wonen
Alfa A - Wonen Rysunek z opisami
In de winkel - dialoog
In de winkel - dialoog Test
Alfa B - eten en drinken
Alfa B - eten en drinken Odkryj karty
Verba met preposities 9 (In zicht H1-7)
Verba met preposities 9 (In zicht H1-7) Posortuj
Te laat of op tijd?
Te laat of op tijd? Test
Alfa A - kleuren
Alfa A - kleuren Znajdź parę
Taaltalent 1 - Hoofdstuk 2
Taaltalent 1 - Hoofdstuk 2 Znajdź parę
Preposities 6 (B2)
Preposities 6 (B2) Dokończ zdanie
Nederlands in Actie H3 - preposities
Nederlands in Actie H3 - preposities Znajdź parę
In de winkel - 3B
In de winkel - 3B Znajdź parę
Vervoer 1
Vervoer 1 Znajdź parę
Sinterklaas - woordenschat
Sinterklaas - woordenschat Znajdź parę
Preposities - tijd
Preposities - tijd Dokończ zdanie
Preposities - wonen
Preposities - wonen Dokończ zdanie
NT2 Start - Spellingwoorden 1
NT2 Start - Spellingwoorden 1 Znajdź parę
De Opmaat Thema 1, oefening 21
De Opmaat Thema 1, oefening 21 Połącz w pary
In zicht H4
In zicht H4 Znajdź parę
In zicht H2 (1)
In zicht H2 (1) Znajdź parę
Slapen - Spreken 2 (B1-B2)
Slapen - Spreken 2 (B1-B2) Losowe karty
Nederlands in Gang, Hoofdstuk 14-2 Quiz
Nederlands in Gang, Hoofdstuk 14-2 Quiz Test
Preposities NiA 4
Preposities NiA 4 Posortuj
In zicht H4-3
In zicht H4-3 Znajdź parę
In zicht - H1 oef 23
In zicht - H1 oef 23 Znajdź parę
Sinterklaas - woordenschat
Sinterklaas - woordenschat Test
Seizoenen
Seizoenen Test
Verba met voorzetsels (In zicht - Thema 1-3)
Verba met voorzetsels (In zicht - Thema 1-3) Znajdź parę
Przywrócić automatycznie zapisane ćwiczenie: ?