1) De zaal waarin ik dans. a) de smeerkaas b) de danszaal c) de speeltuin d) de slaapzak e) de sneeuwbal. 2) De kaas die ik smeer. a) de smeerkaas b) de danszaal c) de speeltuin d) de slaapzak e) de sneeuwbal. 3) De bal van sneeuw. a) de smeerkaas b) de danszaal c) de speeltuin d) de slaapzak e) de sneeuwbal. 4) De tuin waarin ik speel. a) de smeerkaas b) de danszaal c) de speeltuin d) de slaapzak e) de sneeuwbal. 5) De zak waarin ik slaap. a) de smeerkaas b) de danszaal c) de speeltuin d) de slaapzak e) de sneeuwbal.

Groep 4: samenstellingen

Ranking

Estilo visual

Opções

Alterar modelo

Restaurar arquivo salvo automaticamente: ?