Patricia is op zoek naar een ____. Een klein huisje, groot genoeg voor twee personen. Ze wil gaan samenwonen met haar vriendin. Patricia en Johanna willen geen huis ____, zoveel geld hebben ze niet. Maar ze willen wel graag een huis huren. Patricia gaat naar de ____. De makelaar vraagt aan Patricia wat ze wil. Een balkon of liever een____? Een huis ____ het centrum? Zoekt Patricia een ____ of een benedenhuis? Dit zijn ____ vragen. Patricia weet ____ precies wat haar vriendin wil. Ze zegt daarom tegen de makelaar: 'ik wil even met mijn vriendin ____. Ik kom zo snel ____ terug om verder te praten.'

Leaderboard

Theme

Options

Switch template

Continue editing: ?