niet: We nemen het koekje ... , Ik wil .... naar het feest., Ik hou .... van mandarijnen., Nee, ik rook .... , Ik kan de radio .... horen., Ik mis mijn zus .... , Ze pakt de cola ...., We beginnen .... met de les., Ik wil .... naar Rusland reizen., Ik heb het bonnetje ...., We kopen de parfum ..., Ik ken de titel van het boek ...., De taart is .... lekker., Ze is vandaag .... jarig., Het feest was .... gezellig., geen: Sorry, ik heb .... tijd., Nee, hij heeft .... broers., We hebben .... bier., Lidl heeft .... lekkere wijn., Ik heb ..... opa en oma meer. , Ik neem .... stukje taart., Hij geeft .... cadeautje. , Jullie horen .... muziek. , We hebben vandaag .... examen., Zij heeft .... tantes., Hij krijgt .... bonnetje., Ze drinken .... kopje koffie., In de kamer staan .... stoelen., We hebben .... uitnodiging.,

T2 - Negatie: niet of geen?

排行榜

视觉风格

选项

切换模板

恢复自动保存: