Sara woont 3 jaar in Nederland, Zij woont 2 jaar met haar man in Nederland, Sara is 29 jaar geleden in Chili geboren, Haar kinderen zijn in Nederland geboren, Sara gaat elke dag met de fiets naar school, Sara leert nu 1 jaar Nederlands op school, Sara wil graag goed Nederlands spreken, Sara maakt elke dag huiswerk in de keuken, Sara vindt Nederlands een moeilijke taal, Haar man leert geen Nederlands op school, Studeert hij elke avond in de keuken?, Komt Sara vandaag met de fiets naar school?, Praat Sara al goed Nederlands?, Koop jij vandaag brood in de supermarkt?, Wanneer leer jij Nederlands?, Wanneer maak jij huiswerk?, Wie doet vandaag boodschappen in de supermarkt?, Wie komt vandaag niet op school?, Wat is vandaag het huiswerk?, Wanneer zijn de winkels in de stad open?,

Zinnen 1: Hoofdzinnen en vraagzinnen

排行榜

视觉风格

选项

切换模板

恢复自动保存: