aan - Ik doe ... sport., over - Ik praat ... mijn hobby., van - Ik houd ... basketbal., in - Ik speel wedstrijden ... het weekend., uit - Ik ga op vrijdagavond meestal ... , langs - We houden een kroegentocht. We gaan ... allerlei bars en cafés., door - Op zaterdag ga ik winkelen. Ik loop ... de stad., met - Ik speel hockey ... een hockeystick., om - De wedstrijd begint ... 9.00 uur., tussen - De wedstrijd is ... Ajax en Feyenoord., tegen - Ajax moet thuis spelen ... Feyenoord., naar - Op zondag gaan we in de bioscoop ... een film kijken., naast - Ik woon .... een tennisbaan. Ik kan de tennissers zien vanuit mijn raam., op - Ik speel piano. Ik oefen elke dag ... de piano in de woonkamer., voor - Dit is een benefietconcert ... arme landen.,

Preposities - hobby's en sport

排行榜

视觉风格

选项

切换模板

恢复自动保存: