1) Ik vind oranje een mooie kleur. Welke kleur vind jij mooi?  2) Ik houd van lasagne. Wat is jouw lievelingsgerecht?  3) Nederlanders houden van kaas. Houd jij van kaas? 4) Ik woon in Gouda. Waar woon jij?  5) Ik ben 25 jaar. Hoe oud ben jij?  6) Ik sport graag in het weekend. Wat doe jij graag in het weekend? 7) Ik ben docent./Ik werk als docent. Wat is jouw beroep? 8) Ik heb een broer en een zus. Hoeveel broers en zussen heb jij? 9) Ik sta elke dag om half zeven op. Hoe laat sta jij op? 10) Mijn hobby's zijn lezen en hardlopen. Wat zijn jouw hobby's? 11) Ik kom uit Nederland. Waar kom jij vandaan? 12) Ik woon in een stad. Woon jij in een stad of in een dorp? 13) Ik eet elke ochtend yoghurt met fruit. Wat eet jij elke ochtend? 14) Ik drink graag koffie. Wat drink jij graag? 15) Ik heb 7 paar schoenen. Hoeveel paar schoenen heb jij?  16) Ik vind Leiden de mooiste stad van Nederland. Welke stad vind jij het mooist?

Spreken A1

由
打印
嵌入

排行榜

视觉风格

选项

切换模板

恢复自动保存：？