Ik ____ een week in België in november. Je ____ mij niet te helpen. Ik kan het alleen. Ik ben mijn sleutels ____. Ik vind ze nergens meer. Ik heb ____ meetings vandaag. Het is een drukke dag. We hebben een vergadering gehad om te spreken over de ____ van het project. Ik was een beetje ____ om Nederlands te spreken. Ik heb een mail van mijn manager ____. Er is een groot ____ tussen de temperatuur in België en de temperatuur in Mauritius. Heb je een ____ gemaakt? - Ja, ik kies voor de eerste optie. Mijn auto staat niet in de garage. Mijn auto staat ____.

Woordenschat - 13/09/22 - Kies het passende woord.

autor

Tabela

Vizuelni stil

Postavke

Promeni šablon

Vrati automatski sačuvano: ?