zijn - was, waren, worden - werd, werden, hebben - had, hadden, gaan - ging, gingen, komen - kwam, kwamen, lopen - liep, liepen, rijden - reed, reden, staan - stond, stonden, zitten - zat, zaten, zeggen - zei, zeiden, slapen - sliep, sliepen, luisteren - luisterde, luisterden, horen - hoorde, hoorden, schrijven - schreef, schreven, werken - werkte, werkten, lezen - las, lazen, zien - zag, zagen, kijken - keek, keken, kopen - kocht, kochten, betalen - betaalden, kunnen - kon, konden, moeten - moest, moesten, mogen - mocht, mochten, willen - wilde, wilden, liggen - lag, lagen, koken - kookte, kookten, eten - at, aten, drinken - dronk, dronken, beginnen - begon, begonnen, begrijpen - begreep, begrepen, blijven - bleef, bleven, brengen - bracht, brachten, denken - dacht, dachten, doen - deed, deden, geven - gaf, gaven, houden - hield, hielden, krijgen - kreeg, kregen, nemen - nam, namen, slaan - sloeg, sloegen, sluiten - sloot, sloten, snijden - sneed, sneden, spreken - sprak, spraken, vallen - viel, vielen, verbieden - verbood, verboden, verdwijnen - verdween, verdwenen, vergeten - vergat, vergaten, vinden - vond, vonden, vragen - vroeg, vroegen, wassen - waste, wasten, weten - wist, wisten,

Rebríček

Prevracané dlaždice je šablóna s možnosťou rozšírenia. Nevytvára skóre pre rebríček.

Vizuálny štýl

Možnosti

Prepnúť šablónu

Obnoviť automaticky uložené: ?