1) helpen 2) hebben 3) willen 4) geven 5) proberen 6) vinden 7) kopen 8) zoeken 9) passen 10) ruilen 11) liggen 12) beslissen 13) nemen 14) wonen 15) zien 16) hoeven 17) moeten 18) zullen 19) mogen 20) overleggen 21) verhuren 22) gebruiken 23) uitnodigen 24) jeuken 25) drinken 26) eten 27) vergeten 28) krabben 29) herhalen 30) lijken 31) vallen 32) regenen 33) fietsen 34) rijden 35) afbreken 36) verstaan 37) betekenen 38) bedoelen 39) leren 40) ophalen 41) hopen 42) zich herinneren 43) vertellen 44) weten 45) zich vergissen 46) zich vervelen 47) zich haasten 48) horen 49) zich interesseren 50) zwemmen 51) wandelen 52) zich voorbereiden (op) 53) reizen 54) verhuizen 55) proeven 56) opschrijven 57) onthouden 58) aankomen 59) oversteken 60) meenemen 61) volgen

A1 werkwoorden

vytvoril(a)

Rebríček

Vizuálny štýl

Možnosti

Prepnúť šablónu

Obnoviť automaticky uložené: ?