1) een diploma a) voeren b) volgen c) halen d) sluiten e) plegen f) lijden 2) oorlog a) volgen b) voeren c) sluiten d) doen e) maken f) zetten 3) een vergissing a) zetten b) lijden c) doen d) volgen e) maken f) plegen 4) een geheim a) bewaren b) zetten c) zijn d) kopen e) lijden f) voeren 5) examen a) stellen b) nemen c) lopen d) doen e) maken f) verdienen 6) de wekker a) legen b) hebben c) plegen d) zijn e) staan f) zetten 7) een moord a) plegen b) voeren c) plagen d) zetten e) doen f) halen 8) pijn a) volgen b) maken c) lijden d) wennen e) voeren f) sluiten 9) het nieuws a) plagen b) zijn c) bewaren d) vinden e) volgen f) sluiten 10) vrede a) slapen b) maken c) volgen d) wennen e) zetten f) sluiten

Rebríček

Vizuálny štýl

Možnosti

Prepnúť šablónu

Obnoviť automaticky uložené: ?