1) Wat is het verkleinwoord van leuning? a) leuningje b) leuningkje c) leuninkje 2) Wat is het verkleinwoord van woning? a) woningetje b) woningkje c) woninkje 3) Wat is het verkleinwoord van brood? a) broodtje b) broodje c) broodetje d) broodingetje 4) Wat is het verkleinwoord voor buiging? a) buiginkje b) buiginnetje c) buigingkje 5) Wat is het verkleinwoord voor vriend? a) vrienddetje b) vriendtje c) vriendje 6) Wat is het verkleinwoord voor haard? a) haardtje b) haardje c) haardetje 7) Wat is het verkleinwoord voor kist? a) kistje b) kisttje c) kistinkje 8) Wat is het verkleinwoord voor stad? a) steedje b) stadtje c) stadje d) staddetje 9) Wat is het verkleinwoord voor koning? a) koningkje b) koningetje c) koninkje 10) Wat is het verkleinwoord voor armband? a) armbandje b) armbandtje c) armbandetje

Verklein woorden -je, -nkje, -etje

Rebríček

Vizuálny štýl

Možnosti

Prepnúť šablónu

Obnoviť automaticky uložené: ?