à partir de - vanaf, avoir de la chance - geluk hebben, l’accent (m) - het accent, conduire - rijden, sturen, faire de la plongée sous-marine - duiken, passer un examen - een examen doen, la partie - het (onder)deel, raconter - vertellen, la saison - het seizoen, la valise - de koffer, se revoir - elkaar terugzien, le climat - het klimaat, le coucher du soleil - de zonsondergang, le dauphin - de dolfijn, le décalage horaire - het tijdsverschil, le lecteur - de lezer, le nord - het noorden, le paysage - het landschap, l’est (m) - het oosten, l’ile (f) - het eiland, le sentier - het pad, le soleil - de zon, le sud - het zuiden, le volcan - de vulkaan, l’ouest (m) - het westen, la baleine - de walvis, la carte - de kaart, la chaleur - de warmte, merveilleux, merveilleuse - geweldig, obligatoire - verplicht, pauvre - arm, la distance - de afstand, la forêt - het bos, la mer - de zee, la montagne - de bergen, het gebergte, riche - rijk, la plage - het strand, la pluie - de regen, voyager - reizen, la promenade - de wandeling,

LS3U1App12HAVO

vytvoril(a)

Rebríček

Vizuálny štýl

Možnosti

Prepnúť šablónu

Obnoviť automaticky uložené: ?