1) Het verhaal .... op een mooie zonnige dag a) beginde b) begonnen c) begon 2) Zij .... hem lopen op de markt. a) ziende b) gezien c) zag 3) Ze .... elkaar aan. a) kijken b) gekeken c) keken 4) De volgende dag .... ze de hele dag aan hem. a) denkte b) dacht c) dachtte 5) Later .... dat hij ook aan haar had gedacht. a) bleek b) blijkte c) gebleken 6) Ze .... elkaar maar niet vergeten a) konden b) kunden c) kinden 7) Toen ze elkaar weer zagen, ... ze snel wat af. a) spreken b) spraken c) spreekten 8) Dat .... ze de weken daarna nog vele malen vaker. a) doende b) deedden c) deden 9) Daarbij .... ze dagelijks met elkaar aan de telefoon a) hangden b) hoengen c) hingen 10) Uiteindelijk .... ze definitief voor elkaar a) kiezen b) kiesden c) kozen

Sterke werkwoorden - kies het juist werkwoord #Meester Max

Rebríček

Vizuálny štýl

Možnosti

Prepnúť šablónu

Obnoviť automaticky uložené: ?