Ze verhuisde naar België. Ze heeft nog in Griekenland gewoond. (voordat) - Voordat ze naar België verhuisde, heeft ze nog in Griekenland gewoond., Hij studeerde Politieke Wetenschappen. Hij vond dat interessant. (omdat) - Hij studeerde Politieke Wetenschappen omdat hij dat interessant vond., Hij wil in België blijven. Een groot deel van zijn familie woont in Canada. (hoewel) - Hij wil in België blijven, hoewel een groot deel van zijn familie in Canada woont., Zij vindt de Marokkaanse cultuur waardevol. Ze vindt de Belgische cultuur waardevol. (zowel ... als) - Zij vindt zowel de Marokkaanse als de Belgische cultuur waardevol., Je moet een fluohesje dragen. Het is nog donker. (namelijk) - Je moet een fluohesje dragen. Het is namelijk nog donker., Ik begrijp dat je dit moeilijk vindt. Het is niet eenvoudig. (inderdaad) - Ik begrijp dat je dit moeilijk vindt. Het is inderdaad niet eenvoudig., Hij had het B1-niveau behaald. Hij startte met zijn hogere studies. (nadat)  - Nadat hij het B1-niveau had behaald, startte hij met zijn hogere studies. , Ze wil nog meer oefenen. Ze zoekt vrijwilligerswerk. (daarom) - Ze wil nog meer spreken. Daarom zoekt ze vrijwilligerswerk.,

Gebruik een structuurwoord en verbind de zinnen zo met elkaar.

ustvaril/-a
Vdelaj

Lestvica vodilnih

Flash karte je odprta predloga. Ne ustvarja rezultatov za lestvico vodilnih.

Vizualni slog

Možnosti

Preklopi predlogo

Obnovi samodejno shranjeno: ?