hij eet - hij at, hij is - hij was, hij wordt - hij werd, hij heeft - hij had, hij gaat - hij ging, hij koopt - hij kocht, hij spreekt - hij sprak, hij kijkt - hij keek, hij rijdt - hij reed, hij zwemt - hij zwom, hij loopt - hij liep, hij verliest - hij verloor, hij geeft - hij gaf, hij zoekt - hij zocht,

TaalCompleet A2 thema 5 de verleden tijd

ustvaril/-a

Lestvica vodilnih

Vizualni slog

Možnosti

Preklopi predlogo

Obnovi samodejno shranjeno: ?