1) Ik ben gescheiden. a) b) 2) Wat is je adres? a) b) 3) Ik ben getrouwd. a) b) 4) Ik heb twee kinderen. a) b) 5) Ja, ik heb een dochter. a) b) 6) Ja, ik heb een achternaam. a) b) 7) Ja, ik heb een zoon. a) b) 8) Heb je een zoon? a) b) 9) Heb je een dochter? a) b) 10) Ben je getrouwd? a) b) 11) Heb je een zoon? a) b) 12) Ja, ik heb een naam. a) b) 13) Ik heb een zoon. a) b) 14) Wat is je postcode? a) b) 15) Ja, ik heb kinderen. a) b) 16) Heb je een man? a) b) 17) Hoeveel kinderen heb je? a) b) 18) Waar woon je? a) b) 19) Dit is een land. a) b) 20) Waar kom je vandaan? a) b) 21) Heb je kinderen? a) b) 22) Hoeveel kinderen heb je? a) b) 23) Ik heb twee kinderen. a) b) 24) Ik ben gescheiden. a) b) 25) Wat is je huisnummer? a) b) 26) Ja, ik ben getrouwd. a) b) 27) Ben je getrouwd? a) b)

Alfa A - 4 Woordenschat

Табела

Визуелни стил

Поставке

Промени шаблон

Врати аутоматски сачувано: ?