1) kijken a) gekeken b) gekeeken c) gekijkt 2) beginnen a) begonen b) begonnen c) gegonnen 3) brengen a) gebrengd b) gebragt c) gebracht 4) mogen a) gemoggen b) gemocht c) gemogen 5) helpen a) geholpen b) gehielpt c) gehulpen 6) zien a) gezagd b) gezien c) gezagen 7) nemen a) geneemd b) genamen c) genomen 8) komen a) gekomd b) gekomen c) gekwamen 9) kunnen a) gekond b) gekund c) gekand 10) moeten a) gemoesten b) gemoeten c) gemoet 11) spreken a) gespraken b) gespreekt c) gesproken 12) rijden a) geroden b) gereden c) gerijden 13) kopen a) gekogt b) gekocht c) gekoopt 14) zeggen a) gezegden b) gezijden c) gezegd 15) begrijpen a) begreep b) begrepen c) begreepten 16) blijven a) gebleven b) geblijfd c) geblefen 17) denken a) gedagt b) gedacht c) gedochten 18) doen a) gedoen b) gededen c) gedaan 19) drinken a) gedranken b) gedrinkten c) gedronken 20) eten a) gegoten b) gegaten c) gegeten 21) geven a) gegeefd b) gegaven c) gegeven 22) hebben a) gehebt b) gehad c) gehedden

Wat is het voltooid deelwoord? Sterke werkwoorden #Meester Max

排行榜

視覺風格

選項

切換範本

恢復自動保存: ?