Persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij enz): ich, du, er, sie (ev), es, wir, ihr, sie (mv), Sie, Bezittelijke voornaamwoorden (jouw, haar enz): mein(e), dein(e), sein(e), ihr(e) ev, unser(e), euer(e), ihr(e) mv, Ihr(e),

Duits persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

排行榜

視覺風格

選項

切換範本

恢復自動保存: ?