1) aan dek a) buiten op de vloer van een schip b) een groot en ernstig ongeluk met een schip c) een reis over het water d) zorgen dat iemand veilig is en goed verzorgd wordt 2) de aanvaring a) een botsing bij het varen b) iemand die reist in een auto, trein of schip c) een groot en ernstig ongeluk met een schip d) heel erg en droevig, maar niemand kan er iets aan 3) afgezonderd a) apart, alleen, eenzaam b) zinken na een ongeluk c) een boot die dagelijks tussen twee plaatsen vaart d) in je eentje op een boot zitten op de zee 4) contact onderhouden a) met elkaar praten of schrijven als je niet bij elkaar kunt zijn b) zinken na een ongeluk c) op het schip d) de linkerkant van een schip 5) in nood zijn a) in gevaar zijn b) de mensen die op een schip werken c) een aanvaring met een andere boot d) een schip dat spullen vervoert over rivieren

Staal - Groep 6 - Zeebenen - [21-25]

ลีดเดอร์บอร์ด

สไตล์ภาพ

ตัวเลือก

สลับแม่แบบ

คืนค่าการบันทึกอัตโนมัติ: ใช่ไหม