1)  Beschrijf deze verkeerssituatie. 2) Hoe is op dit moment de economische situatie in Europa? 3) Je voert een functioneringsgesprek. Geef je werknemer 2 complimenten en 2 verbeterpunten. 4) Een vriend is ontslagen. Hij vraagt om tips om een nieuwe baan te vinden. Wat kan hij doen? 5) Vindt je dat de Nederlandse vrijheid en directheid soms te ver gaat? 6) Wat doe je als je ontdekt dat iemand tegen je heeft gelogen? 7) Een vriend laat een huis ontwerpen. Hij vraagt wat jij mooi zou vinden. Beschrijf jouw ideale huis. 8) Woon jij in een leuke buurt? Beschrijf je buurt. 9) Wat zijn de verschillen tussen je geboorteplaats en je woonplaats? 10) Praat samen over het nieuws van de afgelopen dagen. Wat is er gebeurd en hoe denk jij over sommige dingen? 11) Een vriend van je bezoekt voor het eerst Nederland. Vertel minstens 3 dingen die hij zou moeten zien. 12) Je medecursist moet om 9.00 uur op Schiphol zijn. Trein of auto? Geef advies en vertel ook waarom. 13) Leg aan een vriend uit het buitenland uit wat de OV chipkaart is en hoe het werkt. 14) Moeten de grenzen tussen Europese landen in stand blijven of niet? Waarom? 15) Zou jij willen emigreren naar een ander land? Welk land en waarom? 16) Het klimaat verandert. Noem 3 gevolgen van het veranderende klimaat. 17) Koop jij milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen? Waarom wel of niet? 18) Wat vind jij belangrijker? Dat iets mooi is, of dat iets functioneel is? 19) Ben jij creatief? Waar blijkt dat uit? 20) Een vriend heeft een geheim van je aan iemand anders verteld. Wat zeg je? 21) Je partner heeft voor jullie een reis geboekt naar een land dat jij niet leuk vindt. Wat zeg je? 22) Beschrijf een stad in Europa. Je medecursisten moeten raden. 23) Beschrijf een object. Je medecursisten moet raden. 24) Beschrijf een persoon. Je medecursisten moet raden.

Spreken B1+

โดย

ลีดเดอร์บอร์ด

สไตล์ภาพ

ตัวเลือก

สลับแม่แบบ

คืนค่าการบันทึกอัตโนมัติ: ใช่ไหม