De Beemster (1607 – 1612) Noord-Holland is een provincie in het westen van Nederland. Deze ____ ligt lager dan de zee. De dijken daar moeten het water van de zee ____. Voor 1607 was Noord-Holland niet goed beschermd tegen de ____ van het water. Grote stukken land verdwenen in de zee. De dijken waren te ____. Ze waren niet sterk genoeg en ze braken als het ____. Noord-Holland werd steeds smaller en grond werd ____. In 1607 was de Beemster een groot stuk water in Noord Holland. Het was een meer dat na iedere storm groter werd. In 1607 beslisten rijke mensen uit Amsterdam om van de Beemster een ____ te maken. De Beemster moest worden drooggemalen. Dan zou een groot deel van Noord-Holland beter ____ zijn tegen het water. Ook woonden in Amsterdam steeds meer mensen. Deze mensen moesten ____. Daardoor was er meer land nodig om voedsel te ____. Vanaf 1607 werd van de Beemster een polder gemaakt. Het was een groot, ____ en ingewikkeld werk. De leiding had Jan Adriaanszoon Leeghwater. Hij was molenmaker van ____. Rondom het meer werd een dijk ____. Jan Adriaanszoon Leeghwater liet 43 molens ____. Deze molens pompten de Beemster ____. In 1612 was het werk eindelijk klaar en was de Beemster ____.

343. Geschiedenis 14: De Beemster

โดย

ลีดเดอร์บอร์ด

สไตล์ภาพ

ตัวเลือก

สลับแม่แบบ

คืนค่าการบันทึกอัตโนมัติ: ใช่ไหม